In dit digitale tijdperk kiezen steeds meer bedrijven en instellingen ervoor om zich te onderscheiden door weer post te gaan sturen. Nu weet iedereen hoe een A4’tje eruit ziet, maar welke papierformaten zijn er eigenlijk ?
De meest gangbare papierformaten beginnen met een A, bij deze papierformaten is de opvolgende maat steeds de helft van het oppervlak van het vorige. Het begint bij A0-papier (841 x 1189 mm) dat een oppervlakte heeft van één vierkant meter. Wanneer het vel over de lange zijde dubbelgevouwen zou worden, halveert het oppervlak en onstaat het volgende papierformaat.
In de afbeelding staan de A-papierformaten.
De A-standaard is later uitgebreid met de B- en C-series. De B-standaard begint ook bij 0 en werkt op dezelfde manier als de A-serie (B1, B2, B3 etc.). Het verschil is de grootte: een vel B0 heeft een oppervlak van 1.414 vierkante meter. Het B-formaat is dus aan alle kanten iets groter dan het A-formaat. Het B-formaat wordt ook wel vaak gebruikt voor posters.
Het C-formaat wordt vooral gebruikt voor enveloppen. De lange zijde van een vel C-formaat papier is iets groter dan dan de lange zijde van het corresponderende A-formaat. Daarom gebruiken we het voor enveloppen: een vel A4 past opgevouwen altijd in een C5 enveloppe.